Articles Comments

Alfred Vierling » in het Nederlands » Multicultureel drama

Multicultureel drama

In NRC-Handelsblad is een discussie gevoerd naar aanleiding van het artikel ‘Het multiculturele drama’ van 29 januari van de sociaal-democraat Paul Scheffer, die de artikelenreeks ook afsloot met een repliek op 25 maart. Er zijn enige elementen die opvallen:

Er wordt niet gesproken over de getalsmatige relatie tussen immigratie en geboorteaanwas enerzijds, en milieubehoud anderzijds: noch in termen van inwonersequivalenten en bevolkingsdichtheden, noch in termen van verkeersbehoefte, woningbouw of andere infrastructurele belemmeringen, zoals gezondheidszorg,onderwijs en justitie, landschapsbeheer, voldoende recreatieruimte. Nochtans zijn in weerwil van de scheldkanonnades in de jaren tachtig van de Anne Frank Stichting aan ons adres onze demografische verwachtingen uitgekomen: In 2015 zullen 14 % van de inwoners in Nederland van allochtone afkomst zijn, zon 2,1 miljoen mensen extra ten opzichte van 1998, waarvan een half miljoen meer Turken, een half miljoen meer Surinamers, een half miljoen meer Marokkanen, Arubanen en Antilianen verdubbelen en er zullen ook een kleine miljoen Aziaten en enige honderdduizendenden Afrikanen hier leven. De Europese Commissie wil ook nog Turkije bij Europa betrekken met harde afspraken over vrij verkeer van werknemers, anders krijgen we “100 Oostenrijken”, aldus haar Italiaanse voorzitter Prodi. Scheffer denkt dat dit alles ‘beheersbaar’ blijft. Het milieubeleid is alvast volkomen ongeloofwaardig geworden, omdat de bevolkingsfactor als milieubelasting beleidsimmuun is gemaakt.

Er wordt niet gesproken over de beschermwaardigheid van de autochtone cultuur en dier etniciteit. Dit is opvallend, omdat nu al grote delen van steden voor autochtone Nederlanders niet meer bewoonbaar zijn, zelfs al tot ‘no-go-areas’ zijn verworden, omdat de immigranten zich uiterst vijandig en ondankbaar gedragen tegenover de uit nood nog aldaar vertoevende Nederlanders, die geen middelen hadden en niet geholpen worden om uit deze vervreemde wijken weg te trekken. Zij dienen als frontsoldaat, net zoals de Serven in Mitrovica, om de elite te laten dromen van een multi-etnische samenleving waarvoor zij worden opgeofferd met nog een trap in de rug vanwege het etnisch voorrangsbeleid, dat hen door het almaar aanwassend etnisch ingezetenschap voortdurend onderaan de wachtlijst voor woningen, werk en hulpvoorzieningen zet. Maar ook kan men vraagtekens zetten bij de institutionalisering van de islam, die ondanks enige mogelijk liberale of geseculariseerde tendenzen, gewoonweg het Europa van de Verlichting, van het existentionalisme, van het pluralisme mijlenver achteruit zet. Nergens ter wereld is oecumene met de islam gelukt. De excuses van de paus worden door islamieten als zwaktebod ervaren, niet als verheven ethisch besef. In de oude wijken verrijzen de minaretten en hun geschal, er wordt geen koptele-foon opgezet in gehorige appartementen, de Nederlanders worden gewoon weggedecibeld. Bij genoemde hoog blijvende allochtone geboorteaanwas met alloculturele inprinting (zie hieronder) zou een autochtone Nederlandse kindercheque een signaal in de goede richting kunnen zijn, een staatsman kan niet eeuwig etnisch blind blijven.

Er wordt niet gesproken over internationale drugshandel en criminaliteit ten gevolge van bevrijdingsbewegingen. Hoezeer immigratie en drugshandel samenhangen is nochtans ampel door onverdachte kringen (Frank Bovenkerk) bewezen. Hieruit leert Scheffer niets. Voor sociaal-democraten wordt criminaliteit immers alleen uit sociaal-economische achterstand geboren.

Er wordt niet gesproken over de geopolitieke dimensie: de tanggreep, waarin het Amerikaans imperialisme met de islam als bondgenoot het humane Europa houdt, hoewel daarover een reeks boeken is verschenen, bijvoorbeeld van de Franse generaal Gallois. Hierover meer in de volgende Heemland.

Er wordt niet gesproken over de autochtone kansarmen, lagere inkomensklassen en middengroepen, die het sterkst te lijden hebben van de massale immigratie: sociaal-economisch, maar ook qua identiteitsbeleving, met name ten gevolge van een etnisch voorrangsbeleid.

Schreef Scheffer in 1994 nog over Nederlanders ‘die zich in eigen land niet meer thuis voelen’, nu komt het begrip autochtoon niet meer voor. Hij gaat mee met zijn critici en spreekt alleen nog van ‘ingezetenen’ en ‘nieuwkomers’. Hij wil niemand uitsluiten, maar iedereen ‘insluiten’. Hij bewijst nog wel lippendienst aan een ‘land, dat te weinig waarde hecht aan taalgemeenschap en historisch besef’, hoewel dat ‘niet past in de postnationale wereld; hij ‘moet toegeven dat saamhorigheid in een multiculturele samenleving minder vanzelfsprekend is’. Van het Haagsche gemeenteraadslid Baldewsingh heeft hij begrepen, dat ook allochtonen onderling naast elkaar leven en geen affiniteit hebben met de straat of de buurt waar zij vooralsnog wonen. Scheffer geeft als cruciaal argument tegen de autochtone wegkijktolerantie aan, dat allochtonen zich in de meest gesegregeerde stad van Nederland, Den Haag, niet mogen vestigen in de rijke Vogelwijk.

Maar hij schrijft als autochtone elite over allochtone onderklassen. Geen seconde heeft hij en zijn critici, alle uit hetzelfde nest, zich verdiept in de misère van de autochtonen in de onderklasse, die het levensechte multiculturele drama niet meer kunnen ontvluchten, nu de gemeente na Schilderswijk en Transvaal, het nog blanke Duindorp met zijn gehorige appartementjes stiekem gaat volproppen met moslims, wat betekent moslimmuziek, trappelende kinderrijke grote gezinnen, gesluierde vrouwen, die je negeren als christenhond. Inderdaad, de ‘onthechte’ buitenlanders schrobben hun portiek en stoep niet schoon; er is geen inburgering, er is alleen een ‘multiculturele illusie’, nu autochtonen niet assertief hun Nederland mogen verdedigen. Scheffer wil wel ‘volwaardig burgerschap’ en ‘gelijkwaardigheid’ in plaats van tolerantie voor de ‘nieuwkomers’, maar die kan hij alleen bereiken door volkomen te ontkennen, dat er minimaal een miljoen Nederlanders fiks in de knel gekomen zijn door de massale immigratie, waarvan dan Scheffer tenminste nog vindt dat die immigratie ‘beheersbaar’ moet blijven. Beheersbaar ? Onze steden zijn al uitverkocht; Denemarken zou 14 miljoen mensen moeten laten immigreren om op dezelfde bevolkingsdichtheid uit te komen; maar ja, meer bevolking kan meer opvangen, luidt hier de idiote logica.

Nu geen pleitbezorgers voor de Nederlandse zaak

Vanaf 1980 heb ik als interdepartementaal minderhedenambtenaar, als academicus, als oude buurtbewoner, als politicus ervoor gepleit om die miljoen Nederlanders in kaart te brengen, te monitoren en als ‘minderheidsgroep’ evenwaardig te laten meegenieten van het ‘etnisch voorrangsbeleid’, dat echter sedertdien stiekem en uiterst gemeen verhuld zonder uitdrukkelijke wetgeving ten uitvoer gelegd is: Menige Nederlander, die de buitenlanders met taal en invulformulieren hielp, moest toezien hoe die buitenlander eerder aan een goede woning, aan bijstandsvergoedingen en subsidies, aan werk werd geholpen. Er zijn nu nog zo’n 400.000 Nederlanders die weg willen uit de multicul, maar het niet mogen, dan wel weer – na verhuizing naar overloopgemeenten – erdoor worden ingehaald en er zijn minstens nog weer zo’n aantal Nederlanders klem gehypothekeerd of opgehangen aan woekerhuren als enige mogelijkheid om de ellende te ontlopen. Dit zijn de ware uitgeslotenen, uitgesloten van het debat, uitgesloten van de verdeling van groepsrechtelijke economische en maatschappelijke goederen en diensten. Want ontveinst U niet, dat juist immigranten geen affiniteit hebben met hun straat in de ‘probleem-accumulatie-gebieden , dat er naast de ‘liberale’ en geseculariseerde’ moslims daar vooral uiterst orthodoxe fanatici wonen, dat juist daar de – door de linkse criminoloog Bovenkerk bewezen maar door Scheffer en zijn critici verzwegen – harddrugshandel ten behoeve van buitenlandse bevrijdingsbewegingen welig tiert. Dat allemaal leidt ertoe dat die achtergebleven Nederlanders, achtergebleven in hun wijk, achtergebleven bij de globalisering, achtergebleven omdat zij door de sociaal-democraten zijn verraden, voor wie zij, de zo betitelde ‘benepen en kortzichtige burgers’, het hele smerige karwei van de integratie en aanpassing moeten opknappen, terwijl ze er zelf het grootste slachtoffer van zijn, stank voor dank, achteraan in de rij van het etnisch voorrangsbeleid. Hun politieke spreekbuis, de Centrumpartij, is ‘in zijn politieke rechten beknot’, schreef dr. Rosier; nou dat ging wel even hardhandiger (zie hieronder). De Centrumpartij heeft begin jaren tachtig gepleit voor wat Scheffer – nu het te laat is – alsnog wil: Nederlands taalonderwijs, Nederlands geschiedenisonderwijs, inburgeringscursussen, onderwijs voor vrouwen met hun baby’s erbij, spreidingsbeleid. Mijn gelijknamig artikel in NRC (nov 1980) werd als racistisch weggehoond door Koot & Bie. Toen een Tilburgse woningcorporatie het aantal allochtone gezinnen op een portiek wilde beperken, kwam christen-democraat Heerma zaliger wel even vertellen, dat dat racisme was. Zelfs de Rotterdamse PvdA is met zijn spreidingsbeleid voor rotte vis uitgemaakt door de multiculturalisten. Nu wil Den Haag weer autochtone ondernemers in de oude wijken, die ze er eerst had uitgejaagd door bevoordeling van etnisch ondernemerschap. Het is allemaal veel te laat. Ons justitieapparaat, ons gevangeniswezen, onze gezondheidszorg, ons jongerenbeleid, ons onderwijs, al deze terreinen zijn over de toeren geraakt en in een elkaar versterkende neerwaartse spiraal van decadentie beland. Hoezo beheersbaar houden? Prof J. de Jong, hoogleraar transculturele psychiatrie zegt het hardop: “Het is een volstrekte illusie te denken dat het met de tweede generatie buitenlanders wel goed komt”. Maar echt geen deelnemer aan het huidige debat heeft aandacht gevraagd voor de aan de massale immigratie spiegelbeeldige identiteitscrisis van de kansarme Nederlanders en de op de vlucht geslagen lagere en middengroepen. Neen: Nederland is nog steeds niet overvol; Nederlandse cultuur en etniciteit van geen belang; Nederlandse normen en waarden, op een paar na, hopla gooi maar weg.

Een technisch-veterinaire discussie over verdoving bij ritueel slachten onmogelijk; minderhedenminister Van Boxtel zegt dat alles weg mag behalve de grondwet aantasten en vertelt er niet bij, dat de jurisprudentie en de ministers per circulaire hele wetten uithollen om ze aan andere culturen aan te passen, niet aan een verlichte en thans bejubelde ‘Euro-islam’, maar aan middeleeuwse slacht- en camouflagepraktijken. Alles mag, alles kan, laissez-faire, turks voetbalclubje, hiero subsidie, hindoestaanse bruiloft in het wijkcentrum, daaro subsidie. Maar als Nederlanders bij elkaar willen wonen, niet op landgoed Marcel van Dam, maar in hun eigen buurtje, dan komt de multiculturele stoomwals eraan. Ook op Europees niveau geldt de multi-etnische, multiculturele staat als dictaat, en wordt door de strot geduwd: Als het moet wordt gedreigd met B-52 bommenwerpers, zoals de NAVO deed tegen Servië Kosovo. Talrijk zijn de boeken die wijzen op de inzet van de islam tegen Europa door het Amerikaans kapitalisme, maar daarvan hebben Scheffer en de zijnen nog nooit gehoord.

Over herhalingen van het migratie’debat’ gesproken

In de periode september/november 1980 heeft ondergetekende ook al eens zo’n debat mogen openen en afsluiten in NRC-Handelsblad. In “Minderheden, Wie betaalt de rekening?”, vroeg ik aandacht voor de sociaal-economische aspecten en de culturele identiteit van de door de massale immigratie en het cultuurrelativisme in de verdrukking gekomen kansarme autochtoon en de bezwaren van een etnisch-culturele verzuiling. Ik kreeg bijval van prof. dr J. Tinbergen, die in “Het Probleem rond minderheden had kleiner kunnen zijn” opmerkte dat Vierling er volkomen terecht op wijst, dat het onze eigen Nederlandse ‘kansarmen’ zijn die worden opgescheept met de aanwezigheid van minderheden uit arme landen. Op 16 november 1980 sloot ik af met “Gedwongen spreiding is nodig”, waarin ik voorspelde – 17 jaar voor de parlementaire enquêtecommissie van Van Traa en dus 20 jaar voordat Paul Scheffer om een parlementaire enquête inzake het minderhedenbeleid verzoekt – pas te zullen worden geloofd in mijn beschrijving van de misère van de multiculturele praktijk (van moslimmuziek tot eerwraak, huwelijksdwang en polygamie), als zulks door zo’n parlementaire enquête zal worden vastgesteld. Op 13 november 1982 schreef Bart Tromp (PvdA) in het Parool “Zo ontstaat een ontwortelde generatie”, waarin hij het huidige multiculturele drama in gelijke zin voorspelde. Als fractiemedewerker van de gematigde Centrumpartij heb ik geschreven over Machado, de minister voor Intelligentie van Venezuela, die kinderen uit de slums met hun moeders opleidde tot personen met fantastische cognitieve vaardigheden, zulks als reactie op het onderwijs in eigen taal en cultuur, het recht op eigen identiteit, dat inmiddels wel kamerbreed is herkend als een onderdrukkingsmiddel. Mijn pleidooi voor onderdompeling in het Nederlands is door minister Van Boxtel overgenomen. Mei 1985 verscheen van mijn hand een beleidsnota voor de Centrumdemocraten ten aanzien van het toelatings-, terugkeer- en assimilatiebeleid, “Centrumdemocratisch Beleid ter Bescherming van het Nederlands Staatsburgerschap”. Het duurde evenwel tot het jaar 2000 voor Van Boxtel met zijn remigratiewetsvoorstellen komt. Inmiddels zijn er wel wat publicaties verschenen over delen van de toenmalig door mij aangekaarte problematiek. Zo is de verwevenheid van minderheden met de drugshandel beschreven in “De Maffia van Turkije” door de linkse criminoloog F. Bovenkerk en Y. Yesilgöz (1998) en zijn immigratiebeleid, baten en kosten van dit multiculturele experiment beschreven door P. Lakeman in “Binnen zonder Kloppen” (1999), kosten die volgens de schrijver vooral door de Nederlandse lagere en middenklassen zijn en moeten worden opgebracht. Alleen al de migratie van mediterrane gastarbeiders sinds 1974 heeft de Staat volgens Lakeman nominaal 70 miljard gulden gekost, met rente het dubbele.

Geen respect en aandacht voor de verdrongen eigen bevolking

Wat nu verbaast in de discussie naar aanleiding van Paul Scheffers “Het Multiculturele Drama” (NRC, 29 jan 2000) is níet dat het wordt gepresenteerd als iets nieuws. Het is immers van een sociaal-democraat en bijna alleen socialisten en christelijken hebben een monopolie op politiek correct denken: pas dan wordt het erkend. Wat verbaast, is de totale verdwijning van de aandacht voor de oorspronkelijke Nederlandse kansarmen en middengroepen. Zowel bij de mensen die Scheffer verwijten teveel oog te hebben voor de cultuurbotsing en te weinig oog voor de sociaal-economische problematiek (J. Kuitenbrouwer, E. Bomhoff, A. Westerlaken, I. Opstelten, R. van Boxtel), alsook bij mensen die wel de grote culturele tegenstellingen zien (G. van der List (VVD), Paul Kalma (PvdA), Femke Halsema (GL), H. Entzinger). Misschien is het wel begrijpelijk: in de woorden van C.S. van Praag (Cultureel Planbureau): “U heeft toch bewezen, meneer Vierling, dat voor de autochtone kansarmen geen partijpolitieke markt bestaat.” Sic ! Echter 135.000 stemmen bij de Europese verkiezingen van 1984 was zo slecht nog niet!, maar we zijn met brandbommen, schoten, knokploegen van (extreem)linkse jongeren, dreigementen aan huis, spreek-, vergader- en verzamelverboden uit de democratie verbannen. We zijn totaal monddood gemaakt. En de middenklasse dan, de mensen die thans de dure koopwoningen en de hoge huren zijn opgedrongen? Waarom zegt dan niemand iets, waarom doen ze hun bek niet open bij huren van f 1.500,- en huizenprijzen van boven de drie ton voor simpele rijtjes-woningen. Kalma schrijft er niet over, maar hij signaleert wel, dat de “nieuwe kaaskoppen” voorwie volgens hem de jaren ’90 een tijd van voorspoed en aangename veranderingen zijn geweest, dus geëmancipeerde, calculerende burgers zoals Gerry van der List en Pim Fortuyn, dat juist die welvarende ‘kaaskoppen’ de aanval op de multiculturele samenleving hebben ingezet: “Ze passen te goed in de algemene trend om op de afloop gerust te zijn”, schrijft Kalma. Dit is zeer scherp geconstateerd. De kansarme achterblijvers in de steden die “wij uit handen hebben gegeven door de bezetting van binnenuit”, zo zegt P. Kremer in Sta-Vast (jan/feb 2000) en de middenklassen die door de ellende met de multicul met honderdduizenden moesten vluchten naar dure woningen in saaie voorsteden en inmiddels dreigen te worden ingehaald door het etnische voorrangsbeleid, moeten wel zwijgen, want de sociaaldemocratische denkpolitie loert overal. Met de politieke inquisitie op pad. Kalma pleit dan wel voor een zekere discussie-ruimte, maar de PvdA, de Volkskrant met zijn hysterische artikelen over Oostenrijk en Denemarken en anderen van de politieke hoofdstroom maken duidelijk dat er geen komma mag worden getwijfeld aan het ideaal van het door elkaar haspelen van alle culturen in een appartementenblok. Als het om een pure aantallen-discussie gaat, het stellen van quota door Gerry van der List in Elsevier, dan heet dat onmiddellijk ‘rechtsradicaal’. Als het om het aan de orde stellen van achterlijke kenmerken van de moslimculturen gaat zoals gedaan door Scheffer, Schuller en Fortuyn, of Van Doorn: “We zijn evolutionair gezien een halve eeuw of langer teruggezet”, dan wordt men weer uiterst verdacht gevonden of voor racist uitgemaakt. Als voormalig Elseviers’ hoofdredacteur Schoo aan Kalma vraagt, waarom hij in de zestiger jaren wel, en nu niet meer neo-malthusiaan is, geeft Kalma geen krimp, noch enig antwoord. De belangrijkste man van de belangrijkste denktank (de Wiarda Beckman Stichting) van de belangrijkste partij van dit land, komt niet met een algehele visie maar schampert slechts luchthartig over een aantal excessen: tweedeling, witte en zwarte scholen, problemen bij huisvesting, gezondheidszorg, justitie, openbare orde, ons rechtsstelsel, interculturele communicatie, misbruik van vluchtelingenrecht en mensensmokkel, eerwraak, machogedrag, ritueel slachten, medische asielzoekers, noem maar op; problematiek die ook anderen aan de orde pogen te stellen. Voor mij betekent het dat ik twintig jaar lang voor totaal niets heb geijverd, want de belangrijkste partijen in dit land hebben niets, helemaal niets opgestoken van de noodkreten die wij hebben geslaakt. We moeten maar geloven in Femke Halsema’s dogma, dat de hoofddoek een symbool is van emancipatie in verscheidenheid. En als P. Kremer hiertegenover stelt, dat het een mensenrecht is om in openbare gebouwen en gelegenheden (waarom niet in gehorige woningen?) verschoond te blijven van andermans geloofspraktijken en dat van de hoofddoek een stille verwijtende dwang uitgaat naar niet-hoofddoekdragende meisjes (en waarom niet naar Nederlandse jongens die dus als potentiële aanrander worden gezien?), dan is dat reactionaire prietpraat. Nee, Femke praat van een “progressieve coalitie van autochtonen en allochtonen” en we moeten met “oude en nieuwe burgers aan de slag”; en als dat allemaal misgaat, ja dan “is de samenleving niet maakbaar” en “dan hebben we allemaal schuld”. Maar wie ervoor waarschuwt dat de immigratie van rond de ruim 2 miljoen mensen met vervolgmigratie nu wel eens welletjes is; wie laat zien dat het etnisch voorrangsbeleid zodoende verworden is tot een open-eind-regeling, waarvan de kansarmen en middenklassen een miljardenverlies in geld, in ruimte, in woongenot, in culturele identiteitsbeleving, in geborgenheid en toekomstverwachting te lijden hebben, wordt van de nationale discussie volkomen uitgesloten met de hardste middelen. Ook als men beweert, zoals Tinbergen en Lakeman, dat men die miljarden, vergooid aan minderhedenbeleid, beter kan aanwenden tot leniging van de noden van de armen en vluchtelingen in hun landen van herkomst. In mijn geval als voorstander van remigratieprojecten ben ik jarenlang de bijstand ingeslingerd, met een beroepsverbod als leraar, hoewel er in Den Haag een tekort is aan 1700 leraren! Nederland rijp gemaakt voor regressieve herzuiling en repressieve pacificatie Maar het debat wordt wel stiekem gevoerd, ver weg van de openbaarheid, in de schuilkerken van de Rode Hoed, Felix Meritis en de Balie. Panels als “Op weg naar een Euro-islam” en “Europa onder de halve Maan” bereiden academici en ‘captains of minorities’ voor op de grote aanslag op het Europa van de Verlichting. Ook in het land van Voltaire, Frankrijk, is de aanwezigheid van 4 miljoen moslims reeds aanleiding voor de regering deze massale aanval door een regressief geloof op de lekenstaat te institutionaliseren. Let wel wat we hier aan het doen zijn! Terwijl onze wetenschappers: Desiderius Erasmus, Sigmund Freud, Morton Hunt en Daniel Dennett de geloofsopenbaringen terugbrengen tot psychosen, zoals recentelijk Herman Somers in een wetenschappelijke verhandeling zelfs een fysieke oorzaak, acromegalie aantoonbaar acht voor Mohammeds waanbeelden en fabulaties die coherent bleken aan de profetische grondwaan die voorkomt bij een bepaalde hypofysetumor, en hij de geloofsverbreiding van de koran en de bijbel heeft verklaard niet uit overtuiging maar door dieptepsychologische inprinting, institutionaliseren wij een ultrareactionair, elke pluraliteit uitsluitend gedachtengoed in de naïeve veronderstelling dat daarvan wel een Europese vorm valt te brouwen waarmee oecumene is te sluiten! Een soort elitaire pacificatie en inkapselingspoging waarbij de nodige slachtoffers onder de bevolking van geen enkel belang zijn. De miljard moslims op aarde zijn immers rijp voor de wereldwijde vrijhandel en bieden een grote markt aan Wall Street. Marginaal eigen volk klem tussen globalisering en multicultuur Paul Kalma noemt een immigratiebeperking ook nog beledigend en bedreigend voor de aanwezige buitenlanders hier in Nederland en heeft maling aan de eigen marginale bevolking. Buitenlanders toegang weigeren zou in strijd zijn met verdragsrechtelijk vastgelegde mensenrechten. Hij en Kuitenbrouwer vinden dat die immigranten helemaal geen Nederlands meer hoeven te leren, maar in dit ‘computertijdperk’ beter en sneller Engels kunnen leren. Hopla einde Nederland, allemaal gelukkig in de globalisering, althans wie de bescherming van de staat niet nodig heeft. O ja, die zielige minderheden natuurlijk nog even wel, maar de marginale Nederlander en zij die nu klem zitten in hun te dure huizen, ja jammer dan, je kunt het niet iedereen naar de zin maken. Ik heb een discussie bijgewoond tussen de sociaal-democraat Paul Scheffer, die het artikel schreef over het ‘multiculturele drama’ en minister Roger van Boxtel. Scheffer vroeg zich af, waarom we het ons veroorloven een hele allochtone onderklasse te laten ontstaan, dus het hele multiculturele samenlevingsexperiment laten mislukken, zoals ook de WAO eerst helemaal uit de hand moest lopen, beide een soort open-eind-regelingen, in dit geval door onbeperkte toeloop van nieuwkomers. Minister Van Boxtel gelooft niet meer in de maakbaarheid van de samenleving, in ‘grand designs’ en volstaat met deregulering en delegatie van geld en bevoegdheden naar gemeentelijk niveau. De overheid moest cultureel neutraal zijn of worden. De regering regeert dus niet meer. Er zijn er, zoals Godelieve van Heteren, zich filosofe noemend aan de KU Nijmegen en Bart Top, die niet alleen van het mono-cultureel onderwijs af willen, maar ook denken dat “wij op weg zijn naar transnationale gemeenschappen: westerse waarden zouden helemaal niet strijdig zijn met die van andere culturen. Toenemende sociaal-economische ongelijkheid wordt aanvaard, wil Nederland geen eiland in de wereld worden, want die ongelijkheid bij ons mag niet losgezongen worden van internationaal economische verhoudingen. Men moet multicultureel onderwijs genieten; economische migranten moet een bepaalde ingroeiperiode in ons sociale systeem worden vergund; minderheden moeten op hun meerwaarde worden aangesproken.” Armoede onder de autochtonen, het zal ze een rot zorg zijn, eigen schuld dikke bult, zeker niet soepel ingespeeld op de internationale economische verhoudingen! “Door de mondiale ontwikkelingen anno 2000 te beschouwen als een unieke ongekende situatie komt ruimte om met energie en inzet van oude en nieuwe burgers te werken aan de maatschappij van morgen, niet met blind idealisme, maar zeker niet met de oogkleppen van regressief nationalisme; want die weg leidt onherroepelijk naar een groot Oostenrijk”, aldus Top en Godelieve.

Groot Oostenrijk als voorbeeld voor een Nieuw Europa

Laat dat nu precies de samenleving zijn die ik me als een sprookjesachtige utopie had voorgesteld en daadwerkelijk heb aangetroffen: verstandige, evenwichtige, zelfreflecterende, beleefde mensen, rechtsorde, geen drugs, geen moskeeën, geen constant gebeuk tegen de Europese identiteitsbeleving, groot cultuur-historisch inzicht en besef (Haider: “we hebben niet voor niets al die eeuwen de moslims afgeslagen”!), dierenvriendelijkheid, geen godsdienstwaan, zuivere lucht. Voor zuivere geestelijke lucht is het hier te laat. Denemarken met zijn 5,5 miljoen inwoners, 300.000 buitenlanders, beperkte gezinshereniging, uitzetting van buitenlandse drugsdealers en geweldscriminelen, en lieftallig Oostenrijk blijken de laatst oplichtende randverschijnselen van de als een zwart gat imploderende Europese Unie, herinneringen uit verheven tijden: Kierkegaard, Niels Bohr, sprookjes van Hans Andersen, Legoland en Schönbrunn, Weense wals, Mahler, Liszt, Richard Strauss, Kokoschka, alles is ingeleverd voor het grauwe multicul-amalgama, dat gelijk de Unox-leverworst nergens naar smaakt, dat ons de komende eeuw weer terugstoot op de oude geloofsdiscussies en erger nog voorspelbare conflictsituaties. Horizontale wederzijdse aanpassing om vreedzame coëxistentie mogelijk te maken zal alle energie onttrekken aan de filosofische en wetenschappelijke opstuwing van de massa’s. Nietzsche zei het al: ‘Wie de nuance zoekt, ijlt voort de hoge bergen in, ver weg van de markt, waar het handelswoord slechts ja of nee klinkt.’ Nooit zal aan een handelsvolk zoals Nederlanders een verhevener boodschap ontspruiten dan de Nijmeegse platitude, dat uitsmeren van iedereen over alles en van alles over iedereen het summum van een samenlevingsideaal is.

Postscriptum: is het niet te laat ? Voor massale remigratie is het te laat, ook het Vlaams Blok vindt dit nu. Voor dwepen met volksnationale ideeën is het in dit land te laat. Voor totale assimilatie met staatsnationale disciplinerende methoden is het nu te laat. Ik ken met een instroming van 2 miljoen migranten geen humane methoden die aan dergelijke gedachten werkelijkheidszin geven. Maar ik wil als Europeaan niet lijdelijk toezien, hoe mijn cultuur wordt teruggebracht tot het verwerpen van een tiental excessen (eerwraak, vrouwenbesnijdenis, polygamie, mensenhandel, enz.) die nog maar net bespreekbaar, discutabel zijn in het brein van grootinquisiteur Kalma. Ik wil niet onder de platvloerse liberaal kapitalistische geest van de Europese Unie en de NAVO als afdwingend militair apparaat worden platgewalst; er moet een Europees antwoord komen op de waarheid voor zich opeisende monotheïstische leerdoctrines, er moet een antwoord gevonden worden tegen de anti-Europese culturele en economische globalisering, niet door etnisch-culturele verbrokkeling, niet door ‘regressief nationalisme’. Ik kan niet gaan wachten totdat het masochistische excuus door de Paus wordt beantwoord door vergiffenisvragende rabbijnen en imams. Ik kan niet gaan zitten wachten, tot Bush de Tweede namens Europa miljoenen kinderen laat creperen door boycots zoals tegen Irak of weer eens een land bombardeert zoals Servië. Ik kan niet gaan zitten wachten, totdat Europa begrijpt dat de VS ons klein houdt door een moslimgordel om ons heen te bouwen, zoals gelukkig nu ook J. van Rooyen, lid van de CDA-defensiecommissie inziet (Sta-Vast, jan/feb 2000). Het antwoord moet komen door herijking en inspiratie van wat in Europa op filosofisch, staatkundig en wetenschappelijk terrein is gedacht. Weg met het cultuurrelativisme, weg met het keurslijf van de steriliserende multicul, maar wat misschien nog veel belangrijker is, we moeten voorkomen dat de sociaal-democraten, christen-democraten en liberalen nu nog weer eens jaarlijks tientallen miljarden extra gaan investeren in de integratie-intensivering en de pacificatie van de allochtone onderlaag ten koste van de marginale Nederlanders en de middenklasse, die geen kant meer op kunnen in hun dure huizen, in een overvol land, waar de denkpolitie elke kritiek op het multiculturele experiment afstraft met sociaal-economische uitsluiting. Tegenover deze moedwillige verbanning kan alleen een manmoedig revolutionair elan opboksen. Een politieke omwentelingsbeweging kan altijd, maar vraagt breed draagvlak: we moeten verlichte geesten, gemarginaliseerde oude wijkbewoners en klemgehypothekeerde en woekerhuur-torsende voorstedelingen verenigen in een gebalde vuist tegen de salonfähige politieke elite die maar doorgaat met de opvang van alle volkeren der aarde, en hiervoor vele miljarden guldens blijft besteden en ‘peper’dure personages en instellingen inhuurt en uitstuurt. Kalma schrijft wel: “Elsevier is een weekblad op zoek naar een partij.”, maar hij verzwijgt, hoe zo’n partij door hem en zijn trawanten met de hierboven genoemde methoden om zeep geholpen is. Hoezo dan “ruimte om met vrijmoedigheid de spanningen die de multi-etnische samenleving oproept, publiekelijk te bespreken”? Ik denk niet dat hier ooit een Nederlands premier gemeend zal zeggen, analoog naar uitspraken van de Deense sociaal-democratische premier Rasmussen: “Nederlandse families voelen zich bedreigd door immigranten die hen overvleugelen. Ze gaan zich zelf zien als vreemdeling in eigen land en als slachtoffers van ghetto’s die zij niet creëerden. Natuurlijk zijn er ‘goede buitenlanders’ die bijdragen aan de samenleving, maar anderen geven niks om onze fundamentele waarden. Nooit zal het Nederlandse rijk multi-etnisch worden, want we moeten de samenhang in de maatschappij behouden.”

Filed under: in het Nederlands · Tags:

Leave a Reply

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.