Articles Comments

Alfred Vierling » Uncategorized » Twee ver vooruitziende artikelen inzake cultureel minderhedenbeleid dd 1980 in NRC-Handelsblad door Drs Alfred Vierling

Twee ver vooruitziende artikelen inzake cultureel minderhedenbeleid dd 1980 in NRC-Handelsblad door Drs Alfred Vierling

De Rijsoverheid leert nooit wat: Lees maar van de hand van Drs Alfred Vierling, toenmalig secretaris Interdepartmentale Commissie Minderhedenbeleid

MINDERHEDEN, WIE BETAALT DE REKENING? in NRC Opiniepagina, donderdag 25 september 1980′

in zijn voorlopige reactie op het rapport ´Etnische Minderheden´ van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid WRR constateert de Regering, dat Nederland een multiculturele samenleving is geworden. Er zal evenwel een gigantische maatschappelijke inspanning nodig zijn voor wijzelf en de diverse minderheden zich gaan voelen te behoren tot één en dezelfde samenleving. Het gaat dus niet aan onze samenleving te etiquetteren als multicultureel of pluralistisch, als daaraan geen ideologische lading wordt gegeven door een consistent beleid dat de vestiging van zo´n samenleving expliciet beoogt.

De Rijksoverheid deed tot nu toe precies het tegenovergestelde: De culturele lijnen, waarlangs de samenleving dreigt te segmenteren werden geinstitutionaliseerd. Per minderheid was steeds een ander ministerie verantwoordelijk. CRM voor Surinamers, Binnenlandse Zaken voor MOlukkers, Sociale Zaken voor Mediterranen. Binnen CRM kregen de gesubsidieerde categorale welzijnsorganisaties (dus per minderheid) ieder een eigen lobby binnen de Directie Culturele Minderheden. Voor Molukkers, Surinamers, Mediterranen en vluchtelingen (en woonwagenbewoners) werden aparte beleidjes met aparte subsidiepotten uitgebroed.

Niet iedereen kreeg evenveel. Zo kregen de Surinamers wel 5% van de woningwetwoningen, maar de gastarbeiders geen huizen. Niet iedereen kreeg iets. Wie niet kaapt of krijst en met moeite zichzelf onderling hooghoudt, zoals de meeste Chinezen, die krijgt niets. Erger is dat door deze categorale versnijding van de ambtelijke lobbies de ´zelf´-organisaties en de subsidiepotten nu juist de multiculturele projecten – zo brood nodig voor de opbouw van de pluralistische samenleving – buiten ieders aandacht en subsidies vallen.

De rijsoverheid gaat het nu iets anders doen. Het bestaande extra-beleid inzake werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs en welzijn voor een aantal minderheden wordt nu gecoordineerd door de Minister van Binnenlandse Zaken (BIZA). Omdat men de ene minderheid niet kan onthouden wat de ander wel krijgt, dreigt het beleid te worden gelijkgetrokken. Als bijvoorbeeld de Molukkers met geweld onderwijs in hun ( op Ambon niet meer gebruikte) dialect afdwingen, vormt dat een gevaarlijk precedent voor de eis onderwijs te geven in allerlei Turkse, Arabische en Surinaamse dialecten.

De Regering legitimeert dit extra-beleid in zijn voorlopige reactie op het WRR-rapport met erop te wijzen, dat de minderheden wegens taal en cultuur problemen gemeen hebben, die zich niet laten herleiden tot de bekende achterstandsituaties. Maar de Regering kopplet het extra-beleid NIET terug op de vergelijkbaar kansarme autochtonen. dat is onrechtvaardig en onverstandig.

Cultuurschok.

A. Omdat de druk op de sociaal/economische saneringscluster (werk, wonen, onderwijs, welzijn) door de komst van de minderheden juist op deze autochtonen onhoudbaar wordt vergroot.
B. Het extra-beleid voor minderheden, waarvan het overgrote deel kansarm is als geheel geldt. Hierdoor worden niet kansarme allochtonen positief gediscrimineerd t.o.v. kansarme oorspronkelijke Nederlanders.
C. De druk op de sociaal-economische cluster voor de kansarme autochtonen aanstonds psychologisch veel zwaarder te verteren valt als het extra-beleid voor alle minderheden gelijk wordt getrokken.
D. Niemand nog onderkennen wil dat de autochtonen ook nog onevenredig zwaar de last van de enorme cultuurschok moeten opvangen. Acculturatie in de wijk, aan de lopende band en in de achterbuurtschool vergt immers de door de Regering gepredikte ´aanpassing van de ontvangende samenleving´juist van deze achtergestelde daartoe volstrekt niet uitgeruste mensen.

Formeel kan de overheid niet anders dan uitgaan van de gelijkwaardigheid der verschillende culturen. Maar wederzijdse waardering voor elkanders cultuur kan niet van bovenaf worden gedicteerd. Die moet worden verdiend. Er is echter een enorm verschil tussen het niveau waarop beleidsmensen met de minderhedenelites communiceren en het niveau waarop de cultuur-clash tussen de geimmigreerden en de autochtone paupers zich volstrekt. Het is adembenemend hoe de sociaal-economische bundeling zich verstrengelt met de acculturatieproblematiek en hoe de overheid al dan niet bewust de tegenstellingen aanwakkert.

Ik neem U mee naar een saneringsbuurt in Amsterdam, waar ik zelf woon. De sanering gaat gestaag bij gebrek aan financiele middelen. (Wel was er 5 miljoen gld beschikbaar voor het technisch herstel van maar 25 door Surinamers uitgewoonde Bijlmerflats). Hoewel er 55.000 woningzoekenden zijn wordt 5% van de nieuwe woningwetwoningen (in de overloopgemeenten) rechtstreeks gebruikt voor (her-)huisvesting van Molukkers, vluchtelingen en Surinamers, in ´gebundelde deconcentratie´. De legitimatie is om mensen uit hun cultureel isolement te halen.

De overgebleven autochtonen die cultureel geisoleerd zijn geraakt in door toewijzing ´zwart´of ´moslim´geworden straten kunnen geen aanspraak maken op deze regeling. Daarnaast zijn er dit jaar rijkssubsidies voor de aankoop-verbouw door gemeenten van panden (tot 400.000 gld) uitsluitend voor grote Surinaamse gezinnen of jongeren en een verhuispremieregeling van 10.000 gld, waardoor een naast een lege flat wonende autochtoon die oprotpremie kan vangen om door samenvoeging plaats te maken voor het grote Surinaamse gezin. Geen wonder dat burgemeester Schols van Den Haag ernstig tegen deze regeling (die natuurlijk niet geldt voor grote Nederlandse gezinnen of wooncollectieven) heeft geprotesteerd.

Er is echter ook en cultureel aspect dat deze omgekeerde discriminatie zo´n hachelijk uiterlijk geeft. Toewijzing of gedoogde illegale betrekking van benedenhuizen door immigranten maken belendende of bovenliggende woningen ook onbewoonbaar voor de autochtonen(die ze vaak voor de sloop hebben gered). Voor hun staat culturele identiteit voor 24 uur per etmaal Turks-Arabische muziek of Zuidamerikaans gehos, shoarmastank, drenzende illegale textielmachines en de door merg en been snerpende aanklacht tegen de tolerantie, het gekrijs van in kelders en op zolders (soms uit de kinderboerderij gegapte) ritueel geslachte geiten, die animale holocaust, dat onverdoofde bloedbad aangericht onder de zwaksten van onze samenleving, voor wie geen partij het woord durft te nemen.

wabaisme

Onderwijs.

Op sommige buurtscholenzijn de kinderen van de autochtone achtergestelden de culturele minderheid. Het onderwijs zal als het concept-beleidsplan ´Culturele Minderheden in het Onderwijs´ van minister Pais wordt uitgevoerd, de acculturatieproblematiek alleen maar aanscherpen. I.p.v. accultureel onderewijs voorziet het plan in onderricht in de eigen taal aan allochtonen door leraren uit het land van herkomst, gecontroleerd door inspecteurs van onderwijs gerecruteerd uit het land van herkomst. Als de jeugd dan in dezelfde school tegelijkertijd in aparte lessen in haaks op elkaar staande normenstelsels en culturele referentiekaders wordt opgevoed, is elke roep over één pluralistische samenleving een hypocriete kreet.

Lont in het kruitvat is het gebrek aan spreekbuis voor de autochtone kansarmen. Hun te oude of te jonge stem slaat geen bres in de paradepaardjes van dew van hen vervreemde partijen. Hun klachten staan recht op de ideologie van degenen die buurthuizen en rechtshulpbureau´s runnen. Radio- en tv-programma´s door en voor minderheden stellen ergnes in gesprek met autochtone buren de culturele geschillen aan de orde.

De gemeenstelijke inspectiediensten (Politie, Hinderwetinspectie, Bouw- en Woningtoezicht, Herhuisvesting) toch al moegestreden in de hopeloze saneringsbuurten, hebben deze met de komst van de migranten zowat vogelvrij verklaard uit vrees voor discriminatoir te worden uitgemaakt. De nimmer aflatende ´Voorlichting over het afwijkend Cultuurpatroon´ door CRM en de zelf-organisaties der minderhedenis daar niet vreemd aan. De slinger is gewoon teveel doorgeslagen.

Rassendiscriminatie bestrijdt men niet met reclamespots ´wees lief voor een buitenlander´ op straffe van een veroordeling door het Anti-Discriminatie Instituut. Tegenover het ongenuanceerde Beleid van de minderheden lobbies, die nooit eens schoften in eigen kring (shoarmamafia, corrupte stichtingsbesturen, drugsdealers) bekritiseren, wilde ik hier een rechtlijnige opsomming geven van omgekeerde discriminatie die rassenhaat kweekt.

Culturele identiteit lijkt verworden tot legitimatie van ordinaire belangengroepen. De overheid bevordert de pressure-group democratie door subsidiering van (altijd normatief geduide) culturele minderheden. Daarbij worden de kansarmen in de oorspronkelijke bevolking vergeten.

Op hen wordt bij gebrek aan remigratieprojecten uit ontwikkelingsgeld het hele onrecht van de internationale economische orde afgewenteld. Onvergeeflijk is het, dat in de nieuwe ambtelijke machinerie op Binnenlandse zaken geen pleitbezorger voor hen is ingebouwd als tegenwicht tegen de ambtelijke identificatie met de doelgroepen van het minderhedenbeleid. Als er straks een paar verknipte kansarmen een ´nationaal Front´oprichten zijn ze ertoe door de overheid uitgelokt.

Drs. A.J.C. Vierling
Voormalig beleidsmedewerker Directie Culturele Minderheden bij CRM en lid van de Interdepartementale Commissie voor Beleidscoordinatie ten behoeve van Migranten uit Suriname en de Nederlandse Antillen.

hier volgt de tekst van mijn 2de afsluitende artikel in nrc, 16 november 1980

GEDWONGEN SPREIDING IS NODIG

De Rotterdamse wethouder van Stadsvernieuwing van der P{loeg wol maximaal 16% buitenlanders per wijk. De Dienst Woonruimtezaken van de Maasstad acht deze spreiding op basis van vrijwilligheid onmogelijk. Daartegenover wijst de Raad van State en vooralsnog de Directie Coordinatie Mindehedenbeleid van het Ministerie van BIZA onder leding van de heer Molleman gedwongen spreiding af. Wat zou voor de totstandkoming van een multiculturele samenleving – waarin het saamhorigheidsgevoel afhangt van interactieprocessen- bevorderlijker zijn: de ontwikkeling naar ‘China-towns’of een etnische mélange over stad en land?

Die keuze moet gemaakt worden, want in 1991 zullen er alleen al door legale gezinshereniging en het hoge vruchtbaarheidscijfer zo’n anderhalf miljoen mensen van niet-Nederlandse afkomst zijn. Zelfs als hiervan de helft zich vestigt buiten de vier grote steden, zitten deze al bij een maximale spreiding in driekwart van de stad boven de 16% van van der ploeg! Wie geen assimilatie en geen segregatie van etnische minderheden wil en derhalve gebundelde deconcentratie nastreeft, zoals Molleman en andere auteurs van de PvdA-nota ‘Meer voor Minder’ moet nu dus kiezen voor en actief gedwongen spreidingsbeleid. De enige alternatieven: actief remigratiebeleid, beperking van de gezinshereniging of verlaging van de allochtone vruchtbaarheid zijn hier niet aan de orde.

Is de keus al gemaakt? De categorale welzijnsstichtingen eisen alleenvertegenwoordiging op, belust op een coherente achterban. De op hen blindstarende rijksambtelijke lobbies, alsmede partijtactici, niet te beroerd om in hele minderheidsgroepen- voor wie ze terecht kiesrecht eisen- betrouwbare stemblokken te zien, spannen samen met de Kroonlegalisten tegen gedwongen spreiding. Het getuigt van grote moed als de Rotterdams wethoudster van Sociale Zaken Mevr. Schmitz, de socialistische Nobelprijswinnaar economie Tinbergen en alle anderen die reageerden, de hoofdzaak van mijn art dd 25 sepot j.l. onderschrijven: De minderhedenproblematiek drukt onhoudbaar en onevenredig zwaar op de arme stadswijken.

RITUEEL SLACHTEN

Ter verduidelijking aan Mevr. Schmitz: Ik heb niet gezegd, dat het extra beleid om achterstelling van minderheden te verminderen per se discriminatoir is. Ik stel dat men, anders dan in ‘Meer voor Minder’staat, niet op grond van collectieve en historische schuld minderheidsgroepen als geheel achtergesteld moet beschouwen. We moeten in toenemende mate leren binnen de minderheden onderscheid te maken tussen kansarmen en keiharde netwerksgewijze georganiseerde elementen (drugshandel, gokhuizen, pensioenmelkers, rechtse politieke clubs) op gevaar af de laatsten te laten profiteren
van een tolerantie die aan kansarme autochtonen wordt ontzegd.: Niet een oude Amsterdamse met een gebroken heup driehoog achter laten zitten en de shoarma-mafia in het benedenhuis een gokhuis laten runnen. Niet van een Nederland diploma’s eisen maar wel een Turks illegaal textielbedrijf toestaan. (((opmerking av in 2014: pas in NRC 18 oct 2005 is deze problematiek opgepakt door inspraakorgaan Zuid-Europese gemeenschappen: ‘Voorstellen voor een harder integratiebeleid’)))

Een paar van zulke gevallen in de wijk werkt explosief en ten nadele van alle buitenlanders. Dat voorkomen lukt niet met mensen als de sociaal-geograaf van Amersfoort die er in zijn reactie blijk van geeft de dagelijkse werkelijkheid niet te lezen uit zijn statistieken en die de werkelijhkheid pas zal geloven als ze later door een parlementaire enquêtecommissie zal zijn opogetekend. ((((opmerking door av dd 2014: die vond plaats in 1996))))
Bestrijding lukt alleen door nu eenn rigoreus spreidingsbeleid te voeren. zodat de bovengenoemde invloedrijke allochtone spinsels niet meer hun ‘rijkjes’ kunnen opbouwen. Door spreiding zla ook de broodnodige culturele kruisbestuiving beter plaatsvinden. ‘Mee voor Minder’ is dubbelhartig als enerzijds een multiculturele samenleving word nagestreefd, terwijl anderszijds bepleit wordt dat vervreemding van de eigen niet-Nederlandse cultuur moet worden tegengegaan. Het is juist nodig, dat haaks op elklaar staande culturele waarden ter discussie komen. Daarom is het zo betreurenswaardig, dat de WWR zelfs in de repliek van de heer Schoonenboom- ondanks de opleiding van een generatie cultureel anthropologen in ons land – over dit intercultureel proces niet meer dan een paar nietszeggende zinnen kan ophoesten. Hieronder geef ik U twee voorbeelden van goedbedoelde maar averechts uitwerkende discussievervalsing:

Niet vanuit een cultureel superioriteitsgevoel maar met de houding van mens tot dier, een ook door de islam erkende transculturele maatstaf, vind ik het laag en louche dat tolerantie voor een hele minderheid wordt afgekocht met het bloedbad van schapen die wel huilen maar niet praten kunnen. Ook volgens de moslimwetten moet de slachting goed, snel en pijnloos geschieden. Zelf slagerszoon, heb ik ter gelegenheid van het islamitisch offerfeest op een Amsterdams abbatoir geconstateerd dat grof de hand werd gelciht met de voorschriften. Dan praat ik nog niet over de illegale slachting thuis.

DRUGSPROBLEMATIEK

‘Een verslaafde Nederlander is gek in een normale samenlevingf en een verslaafde allochtoon is normaal in een voor hem gekke samenleving’, durven Molleman c.s. in ‘Meer voor Minder’te schrijven. Ze zien de etnische minderheden als zielig , drugsgebruikers onder hen als extra zielig. Ze zullen onafwendbaar (historisch materialisme) in aantal toenemen en de gesubsidieerde drugscafe’s in de wijk worden gepresenteerd als straf voor de onrechtvaardige internationale economische orde. Klagende omwonenden worden doodgezwegen en voor racist uitgemaakt bv. door Irene Vorrink (((av 2014:le ministre du Milieu, zoals ze in Parijs zei [[milieu is in het Frans hoerenensnoerenkring])))). Molleman en de zijnen verzwijgen gemakshalve wat we kunnen leren uit het voortreffelijke artikel over de Rotterdmase ‘sien’ van Léon de Galan in de Panorama dd 24 october jl: De tussenhandel in heroine is in Turkse en de distributie in Surinaamse handen. Mr. Kalsbeek en Drs. Begemann, beleidsmedewerkers van de Harmonisatieraad Welzijnsbeleid prediken in NRC van 12 nove jl preventie als het enige wat de overheid kan doen, zolang het vraagstuk niet echt door en uiTerst streng strafrechtbeleid wordt aangepakt. Het politiek en maatschappelijke klimaat zijn er niet naar, schrijven zij.Dat klopt, want er zijn minderheden in het geding.: Chinezen, Turken en Surinamers. En er is de klandizie van de ‘welzijnsmafia’in het geding. Maar is een politieke partij, of zelfs een staatsbestel geloofwaardig waaronder de jeugd van een multiculturele samenleving aan een verrotingsproces ten prooi wordt gegooid?

Waarom willen Molleman c.s. volksdeelgewijs behoud van culturele identiteit stellen boven versnelde cultuurdiffusie en daartoe de minderheden als hun troetelldietjes bijeen houden? Lopen zij soms vooruit op de nabije toekomst waarin het sociale verzkeringsstelsel niet meer betaalbaar zal zijnb en men zal moeten terugvallen op de familiaire onderhoudsplicht?
Het in grote familieverbanden bijeen wonen in eigen wijken met eigen scholen en eigen organisaties. Maar zeg dan ronduit: we hebben de oude stadscentra aan de buitenlanders overgedaan en kom de overgebleven autochtonewn te hulp. Dat wil gen Nederlander, deze ghetto’s, Molleman natuurlijk ook niet, maar dan is drastisch gedwongen spreiding nu geboden. Wie dat ontkent kan nog geen tien jaar vooruit denken.

Drs. A.J. C. Vierling
Voormalig beleidsmedewerker Directie Culturele Minderheden van het Ministerie van
Cultuur, Recratie en Maatschappelijk Werk.

Filed under: Uncategorized

2 Responses to "Twee ver vooruitziende artikelen inzake cultureel minderhedenbeleid dd 1980 in NRC-Handelsblad door Drs Alfred Vierling"

  1. […] een nachtmerrie die tot aan vandaag de dag de levens van de autochtone werkenden lastig maakt. Architect achter dit beleid was Henk Molleman, de toenmalige voorzitter van de Directie Coördinatie Minderhedenbeleid op het […]

  2. […] subsidies hoorde ook de subsidies voor moskeeën, islamitische scholen en religieuze stichtingen. Een weloverwogen keuze vanuit deze PVDA, tevens geen haarbreed in de weggelegd door de christendemocraten en liberalen, om […]

Leave a Reply

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.